28 september 2014
|
Door:
JafethnaarGhana
Aantal keer bekeken
338
Aantal reacties
Duayaw Nkwanta,
Ghana
a
A
Wennen is de oplossing, nog steeds!
Eindelijk was het dan zover, de stage is nu officieel begonnen! Na een weekend van wennen, leren en improviseren begon het nu echt.
Op de eerste dag moesten we ons om 8:00 uur melden bij Mary de Hoofdzuster van het ziekenhuis. Het begon weer lekker op zijn Ghanees. Zo stipt als een Hollander is stonden wij om vijf voor acht bij het kantoor. Dit was natuurlijk veelte vroeg aangezien iedereen gerust later komt, zo ook zuster Mary. Na een kwartiertje konden we dan echt van start en mochten we nog wat gegevens invullen op het kantoor. Hierna kregen we een rondleiding over het terrein van het ziekenhuis. We liepen langs alle verschillende disciplines, van logistiek tot de echte zorg afdelingen.
Bij elke discipline moesten we ons voorstellen met onze eigennaam en vaak aangevuld met de Ghanese naam, in mijn geval was dit Kofí aangezien ik op een vrijdag geboren ben. Deze naam wordt zo vaak gebruikt dat ik er inmiddels ook echt naar luister.
Tijdens de rondleiding was er niet echt veel spectaculairs te zien. Alles wat we zagen was bekend alleen was het allemaal een stuk minder luxer en moderner dan in Nederland. Echter Het mortuarium was eigenlijk niet te vergelijken. We liepen een gebouw in die een grote muur om zich heen had staan. Binnen liet de werknemer ons het gebouw zien met hier en daar een lichaam op de autopsietafel, okay kan gebeuren toch?!
Maar toen we in de koelruimte waren opende hij ook gewoon de deuren van de verschillende koelcellen! En tot onze grote schrik bevatten deze welgeteld vier lichamen per cel, je kent ze wel van de politieseries, alleen zit er dan maar één zwarte zak in! Een duidelijke reminder aan het feit dat het hier toch echt anders is.
Na de rondleiding moesten we allemaal naar een eigen afdeling. Ik zelf ging naar de Childrensward (kinderafdeling). Ik kwam hier rond een uurtje of elf binnen. Er was eigenlijk nog vrij weinig te doen op de medicijnen van 12 uur na. Ik heb hier dan ook nog even bij meegekeken en geholpen waarna ik de eerste echte zit-uren van het verpleegkundige vak heb meegemaakt. Na het lezen van de verschillende rapportage boeken en blaadjes aan de muur ben ik maar het Medisch Engels woordenboek gaan lezen, voor een idee ik was tot de letter “F” gekomen.
De volgende dag begon ik om 7 uur, wat inhield dat we er weer om 6 uur uitmochten. Bij aankomst op de afdeling bleek ik tot half acht de enige te zijn van de dagploeg. Ik was dus alweer te vroeg, of zoals ze dat hier zelf noemen “punctual”.
De dagen beginnen hier met de schoonmaak door het verpleegkundig personeel. De familie bekommerd zich immers om de kinderen. Na het schoonmaken van de ramen, met een iets wat smerig doekje en een goede scheut bleek, was het weer stof vrij.
Na een rondje medicatie was weer zitten en niks doen. Zo nu en dan kon ik even iets wegbrengen of ophalen bij het lab of de apotheek, maar dat was het dan ook wel.
Door de rust op de afdeling was er dan ook veel tijd om te praten met de collega’s, ze hebben me van alles verteld over het eten en hun gebruiken. Er is hier blijkbaar zoveel tijd dat zelfs de hoofdzuster tijd had om voor mij en de dames Plantain klaar te maken, een onwijs zoete gebakken banaan, die we ons goed hebben laten smaken.
In de middag ging ik mee kijken/helpen bij een wondzorg van een jongen met een groot gapend gat op de binnenkant van zijn linker enkel. Op één of andere manier is het hier normaal om bij een behandeling met zijn alle om de patiënt heen te gaan staan. Er stonden op een gegeven moment wel zes hulpverleners om de jongen, die allemaal hun mening vertelde over de juiste manier van behandelen.
De volgende dag kregen we artsen visite, maar ook dit ging iets anders dan wat ik me er normaal bij voorstel. Het is hier namelijk heel normaal dat de naam van het kind heel hard wordt geroepen en dat moeder met kind vervolgens naar het kantoortje komt voor een snelle observatie, die vaak bestaat uit het ooglid omlaag trekken en een korte vraag aan de moeder.
Deze middag kwam er ook een nieuwe opname van een meisje met een grote derdegraadsverbranding van de hand. De wond is inmiddels al ruim twee weken oud en is door een medicijnman behandeld met wat kruiden. Resultaat… een beste infectie. Tijdens de behandeling wordt de moeder al even streng aangesproken op haar keuzes met betrekking tot de behandeling van haar dochter. Maar na de behandeling is dit uitgelopen op een heuse schreeuwpartij, waar ik niks van heb kunnen maken.
Later die middag moest ik een dossier ophalen bij de operatiekamers. Ik kwam in een halletje waar een vrouw met peuter zaten te wachten. Op de vloer in de volgende deurpost liep een rode streep met het idee dat deze niet gepasseerd mag worden met de huidige kleding. Ik moest dus eerst iemand roepen vanaf de lijn die mij het kon geven, echter tot mijn verbazing ligt hier ook iemand die het niet heeft gehaald in de OK. En ja je raad het al op een meter afstand van het kindje en zijn moeder.
Ik ben er inmiddels achter dat je als patiënt en dus zorgvrager blij mag zijn met het feit dat je zorg krijgt. Het is hier niet iets wat van zelfsprekend is. Zo wordt er dan dus ook omgegaan met de mensen. De patiënt wordt verteld dat hij/zij nog even flink moeten zijn en dat hij/zij nog even moeten doorbijten. Dat dit in de praktijk ook echt moet blijkt wel aan de pijn die is af te lezen van de gezichten. Er is werkelijk geen verlichtend verhaaltje of sprookje voor een behandeling, laat staan een zalfje voor de prik. Dan nog maar te zwijgen over de vele kinderen die de mogelijk traumatische beelden op de afdeling altijd mogen en kunnen aanschouwen.
Op de laatste stage dag van de eerste week beginnen we weer met de schoonmaak. Ik weet inmiddels alles te vinden op de afdeling en kan mijn ding doen, echter blijft de taal een groot probleem. De collega’s blijven voornamelijk in het Twi praten. Iets wat ik heel globaal kan volgen door de klanken, gebaren en sommige Engelsenwoorden die voorbij komen. Zo bleek ook uit de gezondheidsvoorlichting die ik globaal had kunnen volgen.
In de middag was mijn vertrouwen even helemaal weg in de zorg toen een jongentje een infuus kreeg. Er waren voor dit arme kereltje maarliefst zes nieuwe infuusnaalden en 30 tot 40 prikpogingen nodig. Na aanvang werd er na een half uur besloten de naald voor de bloedtransfusie, maar een ander moment nog een keer te proberen. Ik had het echt te doen met het drie jaar oude jongetje.
De rest van de week was het ontspannen, wassen, boodschappen doen en heerlijk genieten van het weer. Echter moest de filmavond van vrijdag even worden verplaatst naar de Zaterdag in verband met het uitvallen van de stroom.
Ook was het vandaag eens tijd om zelf Plantain klaar te maken. Naar mijn mening is dit goed gelukt! al zeg ik het zelf t was alleen wel een vette bende van het frituren in de zonnebloemolie, toch nog maar eens navragen wat het handigste is!
Nog even relaxen en dan morgen weer “vol” aan de bak!